Groep huishoudens met risicovolle aflossingsvrije hypotheek daalt
DE AFM (Autoriteit Financiële Markten) heeft sinds 2019 bijna 1,7 miljoen huiseigenaren geïnformeerd over de risico's van de aflossingsvrije hypotheek. En dat heeft zijn vruchten afgeworpen: het aantal huishoudens met zo'n risicovolle hypotheek is afgenomen met 63 procent.
Aflossingsvrije hypotheek
Een aflossingsvrije hypotheek is een hypotheekvorm waarbij je gedurende de looptijd niet verplicht bent om af te lossen. Je betaalt maandelijks alleen rente. Op de einddatum moet je dan in één keer de hele lening aflossen. Dat betekent dat je aan het eind van de looptijd, meestal 30 jaar, nog steeds een schuld hebt. Dat bedrag moet dan worden afgelost, of er moet een nieuwe hypotheek worden afgesloten.
Als je dan niet genoeg geld opzij hebt gezet of geen nieuwe lening kunt afsluiten, dan kan het zijn dat je je huis moet verkopen om met de opbrengst je schuld af te betalen. En als de opbrengst dan niet hoog genoeg is kun je zelfs met een restschuld blijven zitten.
Risico's minder groot
Het risico is in de afgelopen jaren veel minder groot geworden. Dat komt enerzijds doordat de huizenprijzen de afgelopen jaren flink zijn gestegen. Daardoor verkopen huiseigenaren met een aflossingsvrije hypotheek hun woning niet gauw met verlies.
Ook hebben de AFM en hypotheekaanbieders zich de afgelopen jaren ingespannen om huiseigenaren te informeren over de risico's en ze aan te zetten tot actie. Zij kunnen bijvoorbeeld hun hypotheek omzetten naar een variant waarbij ze wel aflossen. Huiseigenaren kunnen ook extra sparen, zodat ze aan het einde van de looptijd kunnen aflossen. Volgens de toezichthouder lopen veel van deze hypotheken tussen 2033 en 2038 af.
1,7 miljoen huishoudens
Toen hypotheekaanbieders in 2018 op aandringen van de AFM begonnen met het waarschuwen van huishoudens met een aflossingsvrije hypotheek, waren er daar in ons land nog bijna 1,7 miljoen van. Minder dan de helft heeft actie ondernomen om hun risico op een restschuld te verminderen.
De AFM en hypotheekaanbieders kunnen consumenten niet dwingen om iets te doen. En in sommige gevallen was er ook geen grote reden om dat te doen, omdat het risico laag wordt ingeschat.